De directeur van de school, Piet Knipscheer, was een gehuwde priester. Hij had alleen
de bevoegdheid om filosofie te geven. Toen in de tachtiger jaren het aantal leerlingen
terugliep en de directeur ook weer lessen moest geven, heb ik mijn plaats voor hem
ingeruimd. Ik kon in de VUT gaan bij de Katholieke Leergangen. Tijdens die jaren
van lesgeven op de MBO-SD had ik een goed contact met de studenten. De meeste van
hen hadden een baan. Velen deden vrijwilligerswerk toen de banen schaars werden tijdens
de economische crisis van de tachtiger jaren. Vele studenten heb ik in de loop der
jaren geholpen met het maken van hun eindscriptie. Vanuit de MBO-SD in Eindhoven
werd er ook eens 'n beroep gedaan op mij om een zieke docent te vervangen gedurende
het laatste trimester. Met mijn Volkswagentje ging ik dan ook in Eindhoven les geven
en op het einde van het jaar examen afnemen. Dat was hard werken. Nooit heeft er
op Mariaweide iemand gevraagd wat ik deed of waarom ik naar Eindhoven ging. Ik vermeld
dat als een merkwaardigheid, want ik vond het niet erg. Ik denk dat zoiets in de
meeste van onze kloostergemeenschappen het geval is. Als je iets doet wat buiten
de gebruikelijke werkzaamheden valt dan kan men geen interesse opbrengen. Behalve
voor datgene wat de prior doet. Voor de rest moet ieder maar voor zichzelf uitmaken
wat hij doet of nalaat. Op mislezen, koorgebed, preekbeurt wordt gelet. Een klankbord
voor je werken en denken moet je buiten het klooster zoeken. Ik denk ik dat dat komt
omdat de meeste medebroeders op Mariaweide niet meer actief waren. Zoals men in het
huis van de gehangene niet over de koorde spreekt'. zo praat je in het huis van de
rustende dominicanen niet meer over werken.
5) De Kleuterleidsteropleiding - De Klos -
Op het einde van mijn verhaal over de Rijks H.B.S. heb ik al verteld dat de overgang
van de Rijks naar de Klos, de Kleuterleidsteropleiding, een fijne ervaring was. Voor
het gemak gebruik ik de verkorting Klos. Het was een opleiding die drie jaar duurde.
De studenten die allemaal meisjes waren hadden een dag in de week praktijk tijdens
het eerste schooljaar. Later werd de praktijk uitgebreid tot twee dagen in de week.
Rond Sinterklaas mochten de meisjes de hele week in de school werken en spelen met
de kleuters. De lessen pedagogiek en didactiek waren gericht op het spelend leren.
Het kleine kind, de kleuter, stond centraal. In het evangelie staat een verhaal waarin
Jezus een kind plaatst in de kring van de leerlingen. Met de les: zo gij niet wordt
als kinderen zult gij het Rijk van God niet binnengaan. De Klos aan de Zusterstraat
in Venlo was in 1973 een voorportaal van het Rijk Gods. Na de oorlog was de school
gesticht door de Zusters van Liefde en Zuster Victoire was de eerste directrice.
Toen ik er kwam was Frans Bakker directeur. Van de zusters van Liefde waren er nog
twee werkzaam: zuster Adriaan was adjunct-directrice en zuster Martinelle werkte
op de administratie en gaf les in het maken van poppen en andere textiele werkvormen.
Twee lieve zusters die ik nog altijd zeer genegen ben. De omgang tussen docenten
en meisjesstudenten was heel gemoedelijk. Ze noemden ons docenten bij de voornaam.
De vooropleiding van de meisjes was in de meeste gevallen de Mavo. Bij allen was
de motivatie op eerste plaats het omgaan met kinderen. In het onderwijs wordt een
beetje laatdunkend neergekeken op de kleuters. Aan die hummels kun je toch geen kennis
kwijt. Zelf ben ik in mijn kleuterjaren op de bewaarschool geweest. Vanuit de volwassenen
werd dat, het woord zegt het al, gezien als een plaats waar de kinderen onder toezicht
veilig konden toeven. Terwijl de moeders met grote gezinnen de handen vrij hadden
voor 'belangrijker' werk. Was de bewaarschool gericht op de aanpak van hygiëne en
lichamelijk welzijn van de kleuter, de Klos stelde de emotionele, sociale en cognitieve
ontwikkeling op het eerste plan. Via de Klos leerde ik onder anderen Jean Piaget
kennen. De filosoofpedagoog die in zijn observatie van de kleuters de waarneming,
de taai, het denken, de motoriek en de fantasie in de ontwikkeling van de kleuter
tot object van zijn wetenschappelijke werk had gekozen.